16 december 2020

Plaats bronverwijzing in tekst [2]

Eén van de meest gelezen berichten op dit blog is Plaats bronverwijzing in tekst uit 2017. In dit bericht wordt voornamelijk ingegaan op de bronverwijzing binnen een zin, maar: hoe verwijs je naar een bron verdeeld over meerdere zinnen, bijvoorbeeld in combinatie met je eigen onderzoek?

Voor de lezer van het verslag moet altijd duidelijk zijn welk gedeelte van de tekst gebaseerd is op een bestaande bron en welk deel een weergave is van het eigen onderzoek.
Als een verwijzing meerdere zinnen beslaat hoeft niet achter iedere zin dezelfde bronverwijzing herhaald te worden.
Onderstaande voorbeelden laten een foutieve en een juiste vermelding zien.


Voorbeeld 1 - Bestaande bron en eigen onderzoek

Fout
Voor ons onderzoek hebben we een enquête gehouden onder de vrijwilligers van de zorginstelling. Deze mensen willen zich graag inzetten voor de samenleving (Bijlsma & Janssen, 2015).

In dit voorbeeld lijkt het of Bijlsma en Jansen de vrijwilligers van de zorginstelling beschrijven, maar dat is niet het geval. De auteurs hebben een boek geschreven waarin vrijwilligerswerk wordt besproken maar zijn niet bekend met de enquête.

Goed
Voor ons onderzoek hebben we een enquête gehouden onder de vrijwilligers van de zorginstelling. In het welzijnswerk in Nederland zijn veel vrijwilligers actief, mensen willen zich graag inzetten voor de samenleving (Bijlsma & Janssen, 2015).

Door de toevoeging ‘welzijnswerk in Nederland’ wordt duidelijk dat het hier niet gaat om de vrijwilligers van de zorgstelling uit de enquête maar om vrijwilligers in de sociale sector.


Voorbeeld 2 - Bestaande bron en eigen ervaring

Fout
Ik vond het lastig om niet meteen in te grijpen om het probleem op te lossen, want bij waarnemen observeer je het gedrag van anderen zonder een oordeel te geven (Geenen, 2017, p. 150).

Het is juist dat Geenen in haar omschrijving van waarnemen aangeeft dat er niet meteen een probleem hoeft te worden opgelost, maar het lijkt nu alsof de ik-persoon Geenen zelf is en dat is onjuist.

Goed
Bij waarnemen observeer je het gedrag van anderen zonder een oordeel te geven en zonder meteen iets te willen oplossen (Geenen, 2017, p. 150). Ik vond het lastig om niet meteen in te grijpen.

Door van de zin twee aparte zinnen te maken is voor de lezer duidelijk dat de omschrijving van Geenen afkomstig is. De tweede zin beschrijft de ervaring van de schrijver van het verslag.


Voorbeeld 3 - Herhaling bronverwijzing

Fout
Volgens psycholoog Jean Piaget kenmerkt de kleutertijd zich door zowel stabiliteit als grote verandering (Feldman, 2020). Hij beschrijft het preoperationeel stadium dat betrekking heeft op de cognitieve ontwikkeling van het tweede tot het zevende jaar (Feldman, 2020). In deze periode groeit het gebruik van symbolisch denken, ontstaat het vermogen om te redeneren en neemt het gebruik van concepten toe (Feldman, 2020).

Het is juist dat de drie zinnen gebaseerd zijn op het boek van Feldman maar het telkens noemen van dezelfde verwijzing is overbodig en storend voor de lezer. In dit voorbeeld volstaat om aan het einde van de alinea de verwijzing te plaatsen:

Goed
Volgens psycholoog Jean Piaget kenmerkt de kleutertijd zich door zowel stabiliteit als grote verandering. Hij beschrijft het preoperationeel stadium dat betrekking heeft op de cognitieve ontwikkeling van het tweede tot het zevende jaar. In deze periode groeit het gebruik van symbolisch denken, ontstaat het vermogen om te redeneren en neemt het gebruik van concepten toe (Feldman, 2020).

Het is ook mogelijk om de verwijzing aan het begin van de alinea te zetten. Ook dan hoeft aan het einde de verwijzing niet herhaald te worden:

Fout
Feldman (2020) bespreekt de stadiatheorie van psycholoog Jean Piaget. De kleutertijd kenmerkt zich door zowel stabiliteit als grote verandering. Piaget noemt dit het preoperationeel stadium en heeft betrekking op de cognitieve ontwikkeling van het tweede tot het zevende jaar. In deze periode groeit het gebruik van symbolisch denken, ontstaat het vermogen om te redeneren en neemt het gebruik van concepten toe (Feldman, 2020).
Goed
Feldman (2020) bespreekt de stadiatheorie van psycholoog Jean Piaget. De kleutertijd kenmerkt zich door zowel stabiliteit als grote verandering. Piaget noemt dit het preoperationeel stadium en heeft betrekking op de cognitieve ontwikkeling van het tweede tot het zevende jaar. In deze periode groeit het gebruik van symbolisch denken, ontstaat het vermogen om te redeneren en neemt het gebruik van concepten toe.

Let op dat in de derde zin niet ‘hij’ staat, zoals in het vorige voorbeeld, maar ‘Piaget’. In de eerste zin worden immers twee namen genoemd, door de naam nogmaals te noemen is voor de lezer duidelijk wie bedoeld wordt.

Voor de volledigheid de vermelding van bovenstaande publicaties in een bronnenlijst:

Bijlsma, J., & Janssen, H. (2015). Sociaal werk in Nederland: Vijfhonderd jaar verheffen en verbinden (3e herziene druk). Uitgeverij Coutinho.

Feldman, R. (2020). Ontwikkelingspsychologie (D. van Loon, L. Voets, & G. van der Wielen, Nederlandstalige bew.; V. Walsmit, G. Bouman, T. Zuiderbaan, & M. Kerkhof, Vert.; 8e editie). Pearson.

Geenen, M.-J. (2017). Reflecteren: Leren van je ervaringen als professional (2e herziene druk). Uitgeverij Coutinho.

 
Deze pagina is op 16 september 2021 aangepast zodat de inhoud overeenkomt met de 3e herziene editie van De APA-richtlijnen uitgelegd.